In 1890,
met de opkomst van de fiets, wordt in de schoot van het 1ste Regiment
Karabiniers een sectie Wielrijders opgericht, die de rol van estafette vervult.
In 1896 wordt een compagnie Karabiniers Wielrijders gevormd. Dankzij de
prestaties van deze compagnie wordt in 1898 elke vierde compagnie van de vier
bataljons van het Regiment Karabiniers met fietsen uitgerust. In 1911 worden de
vier compagnies in een bataljon gegroepeerd en vanaf 1913 wordt dit bataljon
onafhankelijk en krijgt het de naam Bataljon Karabiniers-Wielrijders. Tijdens de
eerste wereldoorlog maakt het bataljon deel uit van de Ruiterijdivisie – vandaar
de zwarte muts - en levert haar eerste gevechten op 5 augustus 1914 in de streek
tussen Tongeren en Visé. Ze brengt de Duitse ruiterij zware verliezen toe. Door
hun donkergroen uniform, hun snelle aanval en geluidloze verdwijning per fiets
in de nacht, krijgen ze van de Duitsers de naam van "Schwarze Teufel". Nadien te
Halen, tijdens de Slag der Zilveren Helmen, brengen ze de Duitse cavalerie,
samen met andere eenheden van het Belgisch leger, zware verliezen toe. Het is
meteen de laatste bereden aanval in de geschiedenis van het Duitse leger. Bij
het begin van de tweede wereldoorlog op 10 mei 1940 is het 1ste Regiment
Karabiniers-Wielrijders opgesteld aan het Kempisch Kanaal. Het bezet telkens op
bevel verschillende stellingen waarbij het de vijand niet alleen stopt en afremt
bij zijn „Blitzoffensief" maar er ook in slaagt bij Knesselaere de Duitse
aanvallers terug te drijven en een groot aantal krijgsgevangen te maken. Op 28
mei eindigt de achttiendaagse veldtocht en komt een aanzienlijk deel van het
regiment in Duits krijgsgevangenschap. Hierbij valt op te merken dat het 1ste
Regiment Karabiniers-Wielrijders zijn talrijke opdrachten stipt heeft uitgevoerd
en nooit zijn stellingen zonder bevel verlaten heeft. |