HOME Austria Australië Belgium China England Finland
France Germany Holland Italy Japan Norway Poland
Sweden Swiss Tjechië Russia S.Africa USA Links
Books Mystery Geschiedenis History      
 

Army Bicycles in THE NETHERLANDS

Geschiedenis van de legerfiets in Nederland. 1888-1945

Sorry, only in Dutch. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN, COPYRIGHT
1886

In de Terneuzense courant van woensdag 6 januari 1886:

In het Militair blad komt een artikel voor van den kapitein der infanterie Knobel over wielrijders als ordonnances en verkenners. Bij de manoeuvres, door de troepen, in garnizoen te Bergen op Zoom, gehouden, werden de wielrijders ingedeeld als ordonnances bij den staf. De proef voldeed goed. Zij konden overal oen troep volgen en bewogen zich met eene snelheid van een dravend paard. Ongelukken zijn niet voorgekomen. Zij bewezen góéde diensten; bij marschen ten einde vlusf verkeer te hebben tusschen voorhoeden, flankdekking en hoofdcentrum, bij den velddienst als correspondentiemiddel tusscheu de voorposten onderling en den hoofdtroep, bij den belegeringsoorlog als verkenningsmiddel tusschen forten, versterkingen, posten en de veiligheidsketen. Door, hunne snelheid verdienen zij de voorkeur boven voetgangers en in het doorsneden terrein en des nachts boven bereden ordonnances, omdat de wieier overal kan komen en voorzien kan worden van een lantaarn. Eene verdere proefneming is echter noodig om te weten of de bereden ordonnans door den wielrijder kan worden vervangen.

 

1888
De geschiedenis van de legerfiets in Nederland wordt hoofdzakelijk bepaald door de geschiedenis van het korps wielrijders.

In 1888 kwamen de eerste fietsen in gebruik, op aanraden van de ANWB, als ordonnansfiets. Aanvankelijk door vrijwilligers en op hun eigen fiets. Daar kregen ze een kleine vergoeding voor. Op de foto zijn een paar vrijwilligers op manoeuvre te zien. Ze werden hoofdzakelijk ingezet voor het rondbrengen van berichten.

Volgens het stukje hierboven zou dat echter ook al twee jaar eerder kunnen zijn geweest.



1894
Zes jaar later, in 1894, kwamen de eerste “echte”, bewapende militaire wielrijders. Ze waren uitgerust met een karabijn en de eerste stappen werden gezet er een gevechtseenheid van te maken en ideeën te ontwikkelen over de strategische inzet van wielrijders.
1900
In 1900 werd nog flink geëxperimenteerd met gekoppelde fietsen. Het was een aardig idee maar onder gevechtsomstandigheden niet erg praktisch. Het voordeel van de bewegelijkheid van de wielrijders werd teniet gedaan door dit soort lompe constructies. Onder invloed van de Boerenoorlog in Zuid Afrika werden veel meningen over wielrijders herzien omdat de Engelsen toen gebruik van maakten van veel fietsende militairen. Zij testen de ideeën onder echte oorlogsomstandigheden.
1905
In 1905 begon Kaptein Wagtendonk met het ontwikkelen van en vouwfiets zoals ook de Fransen, de Zwitsers en andere legers in gebruik hadden.
Wat er verder van geworden is weet ik helaas niet.
Hier is goed te zien dat er flink geoefend werd met de fietsen. Boven de vouwfiets en onder een standaard model. Aan het model gereedschapstasjes is wel te zien dat uniformiteit nog ver te zoeken was. Ook de uniformen zijn niet gelijk.
1909

Er was voorzichtig begonnen met een tiental fietsen maar in 1909 waren er al enkele compagnieën in gebruik bij het leger. Omstreeks 1910 waren er 4 compagnieën met karabijn gewapende wielrijders. Dit is het ontwerp voor een legerfiets van Fongers uit 1909. Het is mij niet bekend of hij ook echt gemaakt is.

 

1915
Werden de eerste fietsen gewoon gekocht bij Fongers, Simplex en Burgers, vanaf 1915 werden de ‘rijwielen’ op gezag van hogerhand vervaardigd bij de Artillerie Inrichting Hembrug die een speciale werkplaats in Delft had.
1917
Toen er genoeg bereden wielrijders waren werd er in Den Bosch een bataljon gelegerd.
In 1917 werd het eerste wielrijdersmuziekkorps opgericht. In 1927 kwam het originele en later zo beroemde wielrijdersmuziekkorps. De fietsen die ze gebruikten hadden speciaal hiervoor elleboogsteunen om te sturen verkregen.

Ook wel bekend is het 'Fanfarekorps Koninklijke Landmacht Bereden Wapens' geworden. Zij houdt de traditie van het muziekkorps van het Regiment Wielrijders in stand. Hiermee wordt een stukje uit de geschiedenis van het Nederlandse leger in ere gehouden.
1922
Bijgaande foto's zijn uit het album van mijn vader H. van Faassen.(op de eerste foto 2e van rechts)
Ze zijn genomen voor de Isabellakazerne 's Hertogenbosch in 1922. Met vr.gr. Dick van Faassen, Hengelo.
1924
Al snel, in 1924, werd dit bataljon een regiment en kreeg in 1928 haar officiële standaard. Geen vlag want die was te onhandig op de fiets.
1930

LINK: Ook in Nederland is re-enactment een rage geworden.


Fietsende soldaten werden gezien als zich snel verplaatsende infanterie. Ze moesten dus snel en onopvallend naar opgegeven plaatsen kunnen komen om de daar gelegerde militairen te kunnen bijspringen tot de rest van de infanterie kwam opdagen. Aldus waren ze een onderdeel van de ‘Lichte Brigade’.
 
In 1939 werd, onder de toenemende oorlogsdreiging, een nieuw regiment opgericht. In mei 1940, kort voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog werd deze brigade vergroot tot een Lichte Divisie, totaal 5190 man. De militaire wielrijders voelden zich altijd wat anders; dan de gewone soldaat, het voetvolk. Dat kwam tot uiting in een voor hen geschreven en door hen gezongen lied.
 
Wij rijden soms een uur of tien op bandjes zacht als zij.
Van alle militaire lieden zijn wij het snelst er bij;
ons rijwiel draait langs veld en pad; het is onzen beste vrind!
De nacht heeft zelfs op ons geen vat, geen regen en geen wind.
En doet je zadel soms wat pijn, dan weten wij wel raad,
want achter, met de medicijn, rijdt d' hospitaal soldaat.
Die heeft een doos met fijne smeer; je wrijft het maar flink dik,
dan ben je voor een dagje 't heer, of 't zitvlak was van blik.
En heb je honger als een paard van het rijden door de hei;
de kuch die smaakt ons als een taart, de zuigfles zit opzij.
En is je kuchje opgegaan dan, dacht je, nou wordt 't schriel;
geen nood, mijn vrind, want achteraan daar komt onze automobiel.
Dat is een rijdend restaurant dat altijd heerlijk geurt;
't diner is nimmer aangebrand, dat is nog nooit gebeurd.
De kok dat is een beste vent, die kookt maar als je vecht;
hij stooft en bakt en braadt patent; bij hem is 't lang niet slecht.
De ransel doet ons geen chagrijn, dat is goed voor 't volk te voet;
want achteraan komt de autotrein met al je linnengoed.
Die sleept je hele boeltje mee en is de dag gedaan
dan komen de chauffeurs, hoezee!, met hunne wagens aan.
Dus makkers houdt het wapen hoog; wij kennen geen verdriet;
't is bij ons nimmer saai of droog, wij zingen 't hoogste lied.
Men ziet ons allerwegen graag, wij staan op ons fatsoen;
voor meisjes zijn we meest een plaag want 't kost haar vaak een zoen.
 
In een vlak land als Nederland leek de inzetbaarheid van fietsende militairen een gemakkelijke en vooral goedkope oplossing om zich snel te verplaatsen.  De inzet van Duitse parachutisten op diverse fronten veranderde de strategische inzichten en de wielrijders werden over het hele land, niet ver van het front, verspreidt zodat ze overal snel ter plekke konden zijn.
 
De fietsende soldaten werden inderdaad ingezet in de meidagen van 1940. De wielrijders vochten onder andere in Dordrecht (4 bataljons op 11 en 12 Mei), bij Bleiswijk en in de Alblasserwaard. Er sneuvelden 77 militairen en 74 raakten zwaar gewond.
 
 
De regimenten wielrijders werden dus opgedoekt door de bezetter. Ook het fanfarekorps werd al in 1940 opgeheven. Na het einde van de oorlog werden de wielrijderskorpsen niet meer opnieuw opgericht. Wel zijn er nog enkele compagnieën fietsende soldaten geweest in 1948/1950. Natuurlijk speelt de fiets daarna nog wel een rol in het leger en zijn er altijd fietsen gebruikt. Er is een stichting die de geschiedenis van de militaire fiets in ere houdt. De stichting ‘Militaire Wielrijders’ is gevestigd in het infanteriemuseum in de Harskamp. De huidige opzet van een modern leger laat de fiets als strategisch wapen niet meer toe. Hoewel ik denk dat daar nog wel op terug gekomen wordt. Als de olie op is.
 
 
Stichting Militaire Wielrijders, Amstellaan 13, 5691 HC Son. Tel. 0499-473187. Orgaan: Het Wiel. De in 1972 gevormde Stichting Militaire Wielrijders heeft tot doel de tradities levend te houden van de in 1946 opgeheven Regimenten Wielrijders. Ook wil men de materiële en immateriële belangen van de veteranen behartigen. De stichting belegt reüniebijeenkomsten, waar ook de gevallenen tijdens de meidagen van 1940 worden herdacht. In 1988 is een monument voor hun nagedachtenis onthuld op de Isabella kazerne in Den Bosch.
 
Trappen en kletsen op legerfiets

18 SEPTEMBER 2006 - VELUWE - Fietsen door regen en sneeuw, maar net zo gemakkelijk onder de brandende zomerzon. De soldaten van het regiment wielrijders draaiden daar in de vorige eeuw hun hand niet voor om.
Maar het regiment is na de Tweede Wereldoorlog opgeheven en ook de Stichting Militaire Wielrijders heeft nu de handdoek in de ring geworpen. De laatste reünie is achter de rug. ‘De meesten zijn te oud geworden om zich nog voor de stichting te kunnen inzetten’, zegt Jan van Leeuwen. Al heeft Van Leeuwen bijna de leeftijd van 91 jaar bereikt, hij is nog vitaal genoeg om iemand van twintig jaar jonger jaloers te maken. ‘Ik was ook een van de actievere in de stichting’, zegt hij zonder zich daarmee op de borst te willen slaan. ‘Er zijn nog nu nog negentien oud-militaire wielrijders in leven en de jongste van hen is 87-jaar. We hebben te weinig actieve mensen meer over.’ Van Leeuwen, destijds woonachtig in Amstelveen, moest in 1934 op voor zijn dienstplicht. Of hij zelf voor het Regiment Wielrijders had gekozen? ‘Nee hoor’, antwoordt de Ermeloër. ‘Ik had tijdens de keuring de marine opgegeven. Maar ik moest opkomen bij de Wielrijders. De dienstplicht was toen negen maanden. Ik ben afgezwaaid, maar ik heb me een jaar later toch weer vrijwillig aangemeld.’

De vrijwillige militair werd onderofficier bij de wielrijderseenheid. ‘Je had kost en inwoning en een soldij van 3 gulden per week. Later werd dat 5 gulden. Zo slecht was dat toen nog niet.’ Op de fiets dienst doen in het leger beviel de jonge Van Leeuwen wel. Eenvoudige stevige fietsen, geen versnellingen, geen superlichte aluminium frames. ‘En geen remmen’, vult Van Leeuwen aan. ‘Het waren doortrappers. Als je wilde remmen moest je op tijd tegendruk op de pedalen gaan geven. ‘En aan de linkerkant bij het achterwiel was een opstapplankje bevestigt. Als dan het signaal van de trompet klonk zetten we allemaal tegelijk aan en ging iedereen tegelijk in het zadel.’ Van Leeuwen weet nog goed dat er veel aandacht werd besteed aan de fietstraining. ‘We gingen regelmatig afstanden van zo’n 40 kilometer fietsen. En dan eenmaal per lichting maakten we een mars van zo’n 120 kilometer. ‘Dan gingen we dag en nacht door. Vertrokken we ’s middags om een uur of vier en waren we de volgende dag tegen drie uur ’s middags terug. Elk uur pauzeerden we even. Daarbij mochten we de uitrusting even afhangen. Want je had je koppel om en een bandelier en een karabijn op je rug. Dat kwam er allemaal bij.’ Maar hij denkt er nog steeds met plezier aan terug: ‘Ik vond het een prachtige dienst. Zeker in het voorjaar en de zomer. Reed je tijdens de marsoefeningen met zijn tweeën naast elkaar trappen, honderduit kletsen. Dat was heerlijk.’

Geen fiets

Zijn verhaal brengt nog een opvallende anekdote voort. ‘Weet je dat we nooit fiets mochten zeggen? Wij maakten gebruik van een rijwiel en als we dat wilden afkorten zeiden we gewoon ‘wiel’. Waarom we nooit fiets gebruikten weet ik eigenlijk niet. Het was eenvoudig niet toegestaan. Sergeant Van Leeuwen was in 1940 gelegerd in Eindhoven, ook in de nacht van 9 op 10 mei. ‘Ik was die nacht wachtcommandant. Het was een onrustige nacht. Over de telefoon kwam toen het bericht van de Duitse inval, ik weet niet meer van wie, maar ik heb toen de hele zaak gealarmeerd. De wielrijders moesten naar Zuid-Holland waar zware gevechten woedden. En dus vetrokken ze de volgende dag op de fiets. Van Leeuwen was ingedeeld bij een eenheid die het pantsergeschut bediende en volgde met de auto de fietsende troepen. ‘Maar dat ging niet hard. We bleven achter de wielrijders en volgden op die snelheid.’

Tijdens de dagen van strijd was Van Leeuwen gestationeerd bij Alblasserdam, waar een brug over De Noord moest worden verdedigd. Op zichzelf lukte dat, maar de capitulatie maakte aan alle krijghandelingen een eind. Na de demobilisatie dook Van Leeuwen onder en werkte gedurende de oorlog op een boerderij in Diepenheim. Hij deed dat onder een andere identiteit en kon daarmee zelfs een agrarisch gerichte avondopleiding volgen. Na de oorlog meldde Van Leeuwen zich weer bij de Landmacht. Die stuurde hem naar Schotland waar hij een instructeurs opleiding volgde en soldaten moest leren hoe ze met de moderne wapens van Britse makelij moesten omgaan.


Indonesië

Daardoor liep hij wel een uitzending naar Indonesië mis. ‘Dat vond ik eigenlijk jammer, want dat had ik toch wel willen meemaken. Maar Defensie wilde mij als instructeur niet kwijt. Van Leeuwen werd na de oorlog gelegerd in Ermelo en daar is hij tot zijn militaire pensioen als instructeur blijven werken. Kapitein Van Leeuwen ging in 1972 met pensioen, het jaar waarin ook de Stichting Militaire Wielrijders werd opgericht. Het leger had intussen afscheid genomen van het rijwiel en onder de oud-wielrijders was een grote behoefte om regelmatig bij elkaar te komen. Van Leeuwen deed mee. De stichting organiseerde regelmatig een reünie van de oud-wielrijders. Eerst op de Isabella kazerne in Den Bosch en later op museumpark Harskamp, waar ook het Infanteriemuseum en het museum van het Regiment Wielrijders is gevestigd.

Ook nu de stichting is opgeheven zet Van Leeuwen nog een aantal keren per week in voor het wielrijdersmuseum. Want stilzitten, dat is niets voor de negentigjarige. Fietsen is altijd een lust in zijn leven gebleven. Al heeft het primitieve rijwiel van toen plaatsgemaakt voor een moderne tweewieler van Hollandse makelij met alles erop en eraan. ‘Ach’, besluit van Leeuwen. ‘Ik mag nog steeds graag een stukje fietsen. Bijvoorbeeld richting Putten en dan terug via de Arnhemse Karweg. Maar ritten van een 10 tot 20 kilometer hoor. Verder weg ga ik niet meer. Voor de laatste keer is deze maand een bijeenkomst gehouden van voormalig wielrijders uit het Nederlandse leger. Er komen geen nieuwe reünies meer in museumpark Harskamp. De voormalige strijders voelen dat de jaren gaan tellen en ook hun aantal neemt steeds verder af. Tijd om een punt te zetten achter een bijzondere periode, erkent de 90-jarige Ermeloër Jan van Leeuwen. ‘Maar het was een mooie tijd.

gevonden op: http://www.destentor.nl/veluwenoord/article662757.ece en met toestemming geplaatst
 
Ben van Helden 2005-2019 (c) Veel van de hier getoonde foto's werden mij toegestuurd door welwillende liefhebbers. De herkomst is niet altijd even duidelijk. Zit er een foto bij waarvan u meent rechten te bezitten neem dan aub contact op dan kan ik hem verwijderen of, liever nog, uw naam er bij zetten. Als u de informatie op deze pagina wilt gebruiken moet u wel eerst toestemmig vragen.Op deze pagina rust copyright. Vraag eerst toestemming. Ook voor schoolprojecten, studie of alle andere zaken. Bij constatering van gebruik volgen gerechtelijke stappen. Het verzamelen van alle gegevens op deze site hebben mij veel moeite, tijd en geld gekost. Als u iets van deze site wilt gebruiken is het de gewoonte om daar toestemming voor te vragen. Collecting this information took me a long time and a lot of energy. When you want to use some, please ask. Always place the name and link of the Bens Bikes website.